Zielliefde: Over schoonheid gesproken

Zielliefde: Over schoonheid gesproken

“Ik ben al 15 kilo afgevallen,” zegt een prachtige vrouw tegen me terwijl ze op haar buik slaat. “Maar nu ik jou zie, jij bent zo slank. Dat wil ik ook.” Ze zucht verdrietig en machteloos terwijl ze sigaret na sigaret aansteekt. Ze is minstens een generatie ouder dan ik en vele malen wijzer. Ze heeft al meerdere kinderen gebaard en liefdevol op opgevoed, ik geen. 

Ik ben op een vrouwenceremonie: een kring van vrouwelijke energie die introspectie pleegt op het hoogste niveau door middel door het nuttigen van een heilige plant, maar daarover later meer. We zitten in omgeving Amsterdam op een donkere maar ruime zolder vol antieke snuisterijen. Door het gehele zoldergedeelte staan kaarsen, amuletten en bloemen verspreid en in het midden ronkt het haardvuur in een oude houtkachel. De zolderruimte zelf is ook op een ouderwetse manier ingedeeld: Bovenin bij het plafond zit een deur en een trapveranda.

“Ik WEET dat ik van mezelf moet houden, maar het is zo verdomde moeilijk,” huilt een andere vrouw van middelbare leeftijd die al haar liefde weggeeft aan anderen. Ook zij is prachtig zowel van binnen als buiten.

Het is een bekend fenomeen: De prachtige vrouw houdt wel van anderen maar niet van zichzelf. Ze straft zichzelf. Ze is bang. Bang om verlaten te worden door degenen van wie ze houdt. Bang om datgene te verliezen waar ze van houdt. En ze houdt niet van zichzelf, dus is het makkelijker om zichzelf los te laten. En dus eet ze niet goed, ontzegt ze zichzelf geluk en liefde.

Zij vermoedt niet dat ik weet hoe het voelt. Amper een generatie geleden sloeg ik ook machteloos op mijn buik, mijn benen, mijn armen, met de vraag: hoe kan ik nog dunner worden zodat ik geaccepteerd wordt? En keek ik naar de modellen in Parijs, naar mijn huisgenoten, die in mijn beleving allemaal veel dunner, mooier en interessanter waren.

80-60-90 cm was het toenmalige schoonheidsideaal. “Heroïne Chic’. Wat betekende dat je bij voorkeur eruit moest zien als een ongetrainde junk. Het liefst lijkbleek, naturel, vormloos, androgyn. Het waren de tijden dat Kate Moss en Pete Doherty nog net samen waren en Amy Winehouse een rolmodel was. Next-Top-Model-Shows waren nieuw en booming. Modellenwerk werd gepresenteerd als een serieus geweldig vak.

Achter de wereld van glitter en glamour gaat er een façade schuil.

Mijn huisgenoten en collega’s, allen tieners uit verschillende delen van de wereld maakten er een topsport van om zo min mogelijk te eten zodat we zo dun mogelijk waren op de dagelijkse castings. Castings met wel honderd ‘engelen’ uit alle delen van de wereld. Kwetsbare meisjes. Sommigen werkten om hun arme familie te onderhouden, anderen waren afgezonden door hun steenrijke ouders.

Zelfliefde kenden we niet, vrouwenhandel hadden we geen verstand van, laat staan van mentale problemen, eetstoornissen en drugs maar we werden wel knetterhigh van alle complimenten die we kregen. Op de set waren wij koninginnen. Dat de meeste complimentjes semi vals waren, bedoeld om ons te laten presteren op de set (onderschat de mentale kracht van poseren niet) drong niet zo tot ons door. Poseren was als shot drugs.

We hadden bijna allemaal een ding gemeen: we hadden allemaal op onze eigen manier een traumatische ervaringen in onze vroege jeugd gehad: gepest, mishandeld, misbruikt, niet gehoord en gezien. Daar wilden we verder niet over nadenken. Onze pijn was op dat moment niet relevant, verleden tijd. Tenslotte hadden onze droombaan: Gezien worden op het hoogste niveau.

Wat we verder gemeen hadden: We hadden stuk voor stuk ook allemaal imperfecties aan ons lichaam. Daar verbaasde ik destijds me heel erg over. Littekens, vetrollen, cellulitis, acne. Een vergroeide schouder of O-benen. Ook de mooiste topmodellen uit Parijs. Dit werd destijds netjes weggewerkt met make-up, belichting en Photoshop. Airbrush erop, shapen maar. Bestaat echte schoonheid wel?

In Parijs leerde ik: Modellen zijn ook gewoon mensen en geen magische wezens. Fotografie is een gewoon vak. En mensen zien er nu eenmaal uit hoe ze eruit zien: saai maar waar. De mens is niet per se een heel spannend dier: we hebben geen gekleurde veren, vleugels of bijzondere elementen . Maar eerlijk: het woord ‘ model’ had een gigantische aantrekkingskracht, zowel op mijzelf als de omgeving. Het was onze droombaan omdat wij allemaal vroeger als klein meisje iets in de media hebben gezien waarin wij onszelf herkenden. En die persoon wilden we zijn. Weg van ons eigen leven.

Eigenlijk raar, dat wij als mensheid zo onze eigen voetstukken creëren, klasse en kastsystemen, gebaseerd op een faux imago.

Op welke wijze hebben wij modellen door middel van onze persoonlijke pijn te verhullen letterlijk en figuurlijk meegeholpen om een onrealistisch beeld te recreëren in de media? Het verkopen van een droom, eigenlijk niet eens onze droom, maar die van modehuizen, media en fotografen, die hun beeld van perfectie op ons projecteerden. Een voorbeeld voor anderen, waarmee we niet alleen onszelf meer pijn hebben gedaan, maar ook onze vriendinnen, zusters, vrouwen over de hele wereld?

Ons eigen verlangen wordt kortstondig vervuld, maar creëren we er niet een groter gapend gat?

Het antwoord is pijnlijk als je bedenkt hoeveel vrouwen er worstelen met zichzelf en een laag zelfbeeld hebben. Vrouwen van middelbare leeftijd, tieners, ouderen. Natuurlijk spelen er ook andere factoren mee, de opvoeding, de directe omgeving, financiële vrijheid.

Als vrouwen van middelbare leeftijd niet van zichzelf kunnen houden, wat voor voorbeeld geeft dat aan de generatie van 30 jarigen? Aan mij als 30 jarige? Moet ik mijn buik opnieuw gaan haten als ik kinderen baar? Moet ik bang zijn dat mijn man me verlaat? Moet ik mijzelf opnieuw straffen? Moet ik mijzelf rancuneus voelen omdat ik inmiddels boven de dertig ben maar niet meer het lijf heb van toen ik 18 was? Maar: Was ik toen wel zekerder over mijzelf?

Creëren we zo zelf intergenerationele problematiek? Een bodemloze put? Wordt ons zelfbeeld gecreëerd door onszelf of anderen?

Hoe zit het met de huidige generatie? Op welke wijze gebeurt dit nu nog sterker, door de invloed van filters op Instagram? De invloed van plastische chirurgie?

Gelukkig wordt de wereld steeds bewuster. Wij snakken naar puurheid – echtheid.

Foto’s zonder make-up. Foto’s van je cellulitis. Foto’s van je operatie.

Zoals we zijn. Vrouw. Of aanverwant hiervan.

 

Anderzijds is er een stroming van plastic, bionisch haast. Transhumanisme. Met een smak geld kom je best ver in het bereiken van je eigen ideaalbeeld. Er zijn doctoren die je je net zolang opereren tot je bent veranderd in een beauty filter.

‘Geluk en/of schoonheid, voor even.’

Wat is vrouwelijkheid eigenlijk? Een show-versie van wat we projecteren in ons brein wat vrouwelijkheid moet zijn. Vrouwelijkheid is niet hetzelfde als schoonheid. Schoonheid zit van binnen, cliché maar waar. Uiterlijk is vergankelijk. En daarom een bodemloze put. Wat vandaag mooi wordt gevonden is morgen anders. Een race die je uiteindelijk op de lange termijn niet gaat winnen, ook al win je hem vandaag en morgen.

Waarom die focus op de verpakking en niet de inhoud? Kunnen we niet gewoon ‘zijn’? Het leven omarmen zoals het is. Je lichaam omarmen zoals het is. In alle vrijheid – echt vrij zijn. Vrij van de onrealistische mening van de ander die hem ook maar gedeeltelijk heeft voorgeschoteld gekregen door de media.

Ladies, gooi die BH los. Verbrand die pumps. Iedereen heeft cellulitis. Niemand is lelijk, en als we het zijn, zijn we het allemaal.
Maar: Het leven of je lichaam heeft geen Instagram filter nodig.

Wij creëren ons eigen zelfbeeld wel.

 

Maar dan, hoe werkt dat, hoe kunnen wij van onszelf houden?

Moeten we elke dag herhalen dat je er mag zijn, in alle facetten en cellen?

Ten slotte, jij bent een koningin. Jij mag trots zijn op wie je bent, waar je staat, ongeacht de locatie – je bent er, je staat er.

Dank jij je voeding weleens?

Ons voedsel dankbaar zijn.
Geef ons heden dagelijks liefde.

“Ja mama.” valt de vrouw die wilde afvallen me in de reden. “Nu weet ik het wel. De boodschap is duidelijk. Ik ben mooi zoals ik ben.”

“Mag ik willen,” zeg ik. “Dat ik over twintig jaar zo’n prachtige vrouw ben als jij, met een carrière, een huwelijk achter de rug, hoe moeilijk ook, en twee kinderen gebaard heb. Ik zou ervoor tekenen. Er ligt alleen geen contract voor me klaar. Mijn lichaam is kapot door de eetstoornissen uit mijn tienertijd, toen ik mezelf nog strafte door de gebeurtenissen in mijn jeugd.”

Stilte.

En dan: “Dus, eet mijn lieve vrouw. En houd van jezelf.”